Uitleg compost

Antwoorden

vraag 1:
De regenwormen, kleine beestjes en organismen die je groenafval afbreken tot compost leven in de bodem. Het afval dat jij in de compostbak gooit is hun voedsel. Ze zullen daar zelf op af komen. Ze moeten er dan wel bij kunnen. De kortste weg vanuit de grond naar het afval is om via de bodem direct in het voedsel te kruipen. Handig als daar geen versperring tussen zit.

vraag 2:
Plantaardig materiaal wordt afgebroken door micro-organismen zoals bacteriën, insecten en schimmels. Het materiaal wordt steeds kleiner, verliest vocht en neemt dan minder ruimte in. De berg wordt lager.

vraag 3:
Onkruid vergaat niet. Dat zeggen ze wel eens. Maar onkruid wil je juist niet in je tuin. Onkruid heeft maar weinig nodig om in leven te blijven. De wortels en de zaden zijn daarbij essentieel. Als die weg zijn, kunnen de organismen wel de strijd aan met het onkruid.

vraag 4:
Sommige materialen doen er langer over om te verteren dan andere. Takken bijvoorbeeld. Om het verteringsproces te versnellen maak je de takken kleiner. In hapklare brokken voor je beestjes.

vraag 5:
Konijnen krijgen vegetarisch eten. Hun poep bestaat daarom alleen uit plantaardig materiaal. Daar kunnen planten wat mee. Honden en katten eten ook vlees en vis. Hun poep bevat dat dus ook. En dat past niet in de voedselkringloop van planten.

vraag 6:
Gekookte etensresten kunnen ongedierte aantrekken. Ratten en muizen houd je liever weg.

 

 

 

Ga terug naar compost

No comments yet.

Geef een reactie

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.