Tuinbonen; niet iedereen is er dol op, maar ik wel! Zeker uit de tuin als ze nog jong zijn en niet zo bitter. Het is wel wat werk om ze te doppen, maar gelukkig heb ik 2 kinderen die daar geen genoeg van kunnen krijgen. Die fluwelen binnenkant voelt ook zo lekker zacht. Bijkomend voordeel is dat ze ze dan ook graag eten. Want, hé, van al dat werk krijg je wel trek natuurlijk.

Doppen; het duurt even maar dan heb je ook wat!

Gewoon gekookt of gestoomd gaat er dus prima in hier, maar als ik ze hier echt blij wil maken, dan maken we er een snack van. Heel makkelijk en super lekker.

Wat heb je nodig:

• Tuinbonen uit je tuin, of eventueel uit de winkel, of als het echt niet anders kan (ja in de winter wil je ook wel eens snacken) uit de vriezer
• Parmezaanse kaas, geschaafd (circa 4 eetlepels per 20 tuinboonpeulen)
• Olijfolie (circa 1 eetlepel per 20 tuinboonpeulen)
• Knoflook (circa 1 teentje per 20 tuinboonpeulen)
• Bakpapier

Wat ga je doen?

Verwarm de oven voor op 200 graden.

Eerst dop je de tuinbonen; je haalt de boontjes uit de grote peul (of je opent de kartonnen diepvriesverpakking ;-)). Vervolgens haal je de grijzige schil van de boontjes af. Dubbeldoppen heet dat. Dit gaat het makkelijkst als je de bonen 1 minuut in kokend water hebt gelegd. Echte Rauwdouwers slaan dat dubbeldoppen over en eten ze met vlies.

Dubbelgedopte tuinboontjes

Dan meng je de boontjes met de olijfolie, uitgeperste knoflook en kaas. Spreid het uit over een bakplaat bekleed met bakpapier. Zet de plaat zo’n 15 minuten in de oven.

En snacken maar

Test even of de boontjes gaar zijn en de kaas lekker knapperig. Anders laat je ze nog wat langer in de oven staan. Je kunt ze warm maar ook koud eten. Snack ze!