Heb jij deze herfst al lekkere pompoensoep gegeten? Ik ben nogal zuinig ingesteld, en bij het schoonmaken van een pompoen krijg ik altijd de neiging om de pitten te bewaren om in het voorjaar weer in de grond te stoppen.

Bewaar die pitten!

Als je volgend jaar zelf pompoen wilt planten, kun je de zaadjes uit de pompoen die je nu klaarmaakt om te eten heel gemakkelijk bewaren.

Je doet het zo

Schep de draden met daartussen de pitten met een lepel uit de holte van de pompoen. Haal de pitten met je handen van de draden af en spoel ze goed schoon met koud water.
Droog ze af met een handdoek. Gebruik geen keukenpapier, want daar gaan ze aan plakken en je maakt onnodig papierafval.

Neem een dik stuk karton en leg de zaden erop. Droog ze boven een radiator. Zorg dat ze goed verspreid liggen op het karton en elkaar niet aan raken. Zo kunnen ze aan alle kanten goed drogen. Af en toe kun je een beetje husselen. Na een paar dagen kun je het vliesje dat rond de zaadjes zit, tussen duim en wijsvinger van de pitten afwrijven.

De pitten bewaar je gedroogd en zonder vliesje, omdat ze dan niet gaan schimmelen. Laat ze wel in de dikke schil zitten: dat beschermt de kern van het zaad tegen licht, vocht en warmte.

Droog bewaren

Bewaar de zaden in een envelop of potje en schrijf er de oogstdatum op en de naam van de pompoen. Dan weet je in april nog welke zaden het zijn. Bewaar de pitten in een droge, niet te warme ruimte. Het gaat erom dat de zaden niet gaan schimmelen. De temperatuur mag niet al te erg schommelen, anders denken de zaden dat het lente wordt en dat ze mogen ontkiemen. De kast in je slaapkamer is een prima plaats. In april kun je ze tevoorschijn halen om te zaaien. Op de foto staan zaden van de hokkaidopompoen. Die wordt in de supermarkt ook verkocht als ecopompoen.

Krijg je een vreemde pompoen?

De pompoenbloem wordt door bijen bestoven. Verschillende pompoenen kunnen gemakkelijk met elkaar kruisen. Als het stuifmeel van de ene pompoen terecht komt op een andere soort pompoen, krijg je al snel een heel andere pompoen. Als je 1 soort of ras in je tuin hebt, heb je veel kans dat je dezelfde pompoensoort houdt.

Snacken

In Mexico, Italië en Griekenland noemen ze pompoenzaad pepita. Pepitas hebben een hele fijne smaak, nootachtig en zoet met een stevige structuur. Daar eten ze pepitas als gezonde snack. Als je ze gedroogd hebt, kun je de dikke schil eraf pellen. Dit is een geduldig werkje. Elk zaadje snijd je met een schaartje open. De witte omhulsels gooi je weg. Daar heb ik eigenlijk geen geduld voor.

De pompoenpitten die je in de winkel koopt om te roosteren, zijn al gepeld, of van een soort die geen schilletje heeft. Veel makkelijker. Meng de groen-grijze kernen met kruiden. Je kunt ze zoet maken met kaneel en suiker. En je kunt ze zout en pittig maken met zeezout, cayennepeper, paprikapoeder, chilipoeder, currypoeder, knoflookpoeder of cajunkruiden. Of je bedenkt zelf iets spannends!

Verdeel de zaadjes over een bakplaat (laat ze niet overlappen) en rooster ze 15-20 minuten in een voorverwarmde oven op 75°C. Deze lage temperatuur zorgt ervoor dat de gezonde oliën intact blijven. Een hogere temperatuur kan wel een sterkere geroosterde smaak aan de pompoenpitjes als je dat lekkerder vindt.

Heb je de smaak te pakken?

Meloen, aubergine, courgette, komkommer, paprika, tomaat en trostomaat kun je op dezelfde manier oogsten en bewaren als pompoenpitten.

Heb je de smaak te pakken en kom je tot de conclusie dat je nu wel heel veel zaden hebt verzameld, dan kun je ze ook nog doneren aan ‘Zaden voor Voedsel’, een organisatie die mensen in vluchtelingenkampen in de Sahara leert hoe ze groentetuinen aan kunnen leggen. Zo wordt het zaad uit jouw groenten weer voedsel voor arme mensen.